- FRITZ!Box 7690
- FRITZ!Box 7682
- FRITZ!Box 7590 AX
- FRITZ!Box 7590
- FRITZ!Box 7583 VDSL
- FRITZ!Box 7583
- FRITZ!Box 7581
- FRITZ!Box 7560
- FRITZ!Box 7530 AX
- FRITZ!Box 7530
- FRITZ!Box 7520
- FRITZ!Box 7510
- FRITZ!Box 7490
- FRITZ!Box 7430
- FRITZ!Box 6890 LTE
- FRITZ!Box 6860 5G
- FRITZ!Box 6850 LTE
- FRITZ!Box 6850 5G
- FRITZ!Box 6850 4G
- FRITZ!Box 6820 LTE
- FRITZ!Box 6690 Cable
- FRITZ!Box 6670 Cable
- FRITZ!Box 6660 Cable
- FRITZ!Box 6591 Cable
- FRITZ!Box 6590 Cable
- FRITZ!Box 6490 Cable
- FRITZ!Box 6430 Cable
- FRITZ!Box 5690 XGS
- FRITZ!Box 5690 Pro
- FRITZ!Box 5690
- FRITZ!Box 5590 Fiber
- FRITZ!Box 5530 Fiber
- FRITZ!Box 5491
- FRITZ!Box 5490
- FRITZ!Box 4690
- FRITZ!Box 4060
- FRITZ!Box 4050
- FRITZ!Box 4040
- FRITZ!Box 4020
- FRITZ!Box 3490
- FRITZ!WLAN Stick v2
- FRITZ!WLAN Stick N v2
- FRITZ!WLAN Stick AC 860
- FRITZ!WLAN Stick AC 430 MU-MIMO
- FRITZ!WLAN Stick AC 430
- FRITZ!WLAN Repeater N/G
- FRITZ!WLAN Repeater DVB-C
- FRITZ!WLAN Repeater 450E
- FRITZ!WLAN Repeater 310
- FRITZ!WLAN Repeater 1160
- FRITZ!Repeater 6000
- FRITZ!Repeater 600
- FRITZ!Repeater 300E
- FRITZ!Repeater 3000 AX
- FRITZ!Repeater 3000
- FRITZ!Repeater 2700
- FRITZ!Repeater 1750E
- FRITZ!Repeater 1700
- FRITZ!Repeater 1610 Outdoor
- FRITZ!Repeater 1200 AX
- FRITZ!Repeater 1200
- FRITZ!Mesh Set 4200
- FRITZ!Mesh Set 2700
- FRITZ!Mesh Set 1700
- FRITZ!Mesh Set 1600
- FRITZ!Powerline 540E
- FRITZ!Powerline 1260E
- FRITZ!Powerline 1260
- FRITZ!Powerline 1240E
- FRITZ!Powerline 1240 AX
- FRITZ!Smart Gateway
FRITZ!Repeater brengt geen Wi-Fi-verbinding tot stand
De FRITZ!Repeater brengt na installatie geen Wi-Fi-verbinding met de internetrouter of Mesh Master (FRITZ!Box of FRITZ!Repeater) tot stand. De signaalsterkte-leds van de FRITZ!Repeater knipperen een tijdlang en gaan vervolgens uit.
Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit om het probleem te verhelpen.
Opmerking:De instructies voor de configuratie en de informatie over de functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Repeater.
1 Meest recente software van de router installeren
- Installeer de meest recente software voor de internetrouter volgens de instructies van de fabrikant. Als je een FRITZ!Box of een FRITZ!Repeater als router gebruikt, volg dan de instructies in de handleiding FRITZ!OS-update van de FRITZ!Box uitvoeren of FRITZ!OS-update van de FRITZ!Repeater uitvoeren.
2 Wi-Fi-instellingen van de Mesh Master optimaliseren
Voer deze stap alleen uit als je als internetrouter een FRITZ!Box of een FRITZ!Repeater als Mesh Master gebruikt:
Alle Wi-Fi-netwerken inschakelen
- Klik in de gebruikersinterface van de Mesh Master op ‘Wi-Fi ’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-kanaal’ (‘Draadloos kanaal’).
- Schakel de optie ‘Instellingen Wi-Fi-kanalen aanpassen’ (‘Instellingen draadloze kanalen aanpassen’) in.
- Schakel het Wi-Fi-netwerk in voor de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentieband.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
Naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) aanpassen
- Klik in de gebruikersinterface van de Mesh Master op ‘Wi-Fi ’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Wi-Fi-netwerk’ (‘Draadloos netwerk’).
- Klik op ‘Meer instellingen voor het Wi-Fi-netwerk’ en schakel de optie ‘Verschillende namen voor de Wi-Fi-netwerken op 2,4 en 5 GHz’ (‘Verschillende benaming van de draadloze netwerken op 2,4 en 5 GHz’) uit om voor beide Wi-Fi-netwerken dezelfde namen (SSID) te gebruiken. Alleen zo kan de Mesh Master je Wi-Fi-apparaten naar de optimale frequentieband sturen (‘band steering’).
- Klik op ‘Meer informatie over het Wi-Fi-netwerk’ en schakel de optie ‘Naam van het Wi-Fi-netwerk verbergen’ uit. Daardoor voorkom je dat sommige Wi-Fi-apparaten geen verbinding met de Mesh Master tot stand kunnen brengen en maak je het voor de Mesh Master mogelijk je Wi-Fi-apparaten in het Mesh-netwerk optimaal aan te sturen (‘Mesh Wi-Fi steering’).
- Als je de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) van de Mesh Master hebt gewijzigd, verwijder dan alle speciale tekens uit de naam van he Wi-Fi-netwerk. Gebruik alleen letters (maar géén letters met trema’s of met accenttekens en geen ß), cijfers en spaties, omdat sommige Wi-Fi-apparaten niet alle door de Mesh Master toegestane speciale tekens ondersteunen.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan. Als de Wi-Fi-apparaten alleen met het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk met een andere naam verbonden waren, moet de Wi-Fi-verbinding vervolgens opnieuw worden ingesteld.
MAC-adresfilter uitschakelen
- Klik in de gebruikersinterface van de Mesh Master op ‘Wi-Fi ’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Beveiliging’ (‘Veiligheid’).
- Klik op ‘Wi-Fi-toegang beperken’.
- Schakel de optie ‘Alle nieuwe Wi-Fi-apparaten toelaten’ in.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
WPS-functie inschakelen
- Klik in de gebruikersinterface van de Mesh Master op ‘Wi-Fi ’.
- Klik in het menu ‘Wi-Fi’ op ‘Beveiliging’ (‘Veiligheid’).
- Klik op het tabblad ‘WPS-snelverbinding’.
- Schakel de optie ‘Push-button-methode actief’ in.
- Klik op ‘Toepassen’ om de instellingen op te slaan.
Toetsblokkering uitschakelen
- Klik in de gebruikersinterface van de Mesh Master op ‘Systeem’.
- Klik in het menu ‘Systeem’ op ‘Toetsen en leds’.
- Klik op het tabblad ‘Toetsblokkering’.
- Schakel de toetsblokkering uit.
3 Wi-Fi-instellingen van de router optimaliseren
De volgende stappen zijn alleen nodig als je een router van een andere fabrikant gebruikt:
Opmerking:Informatie over het instellen van de router krijg je van de fabrikant; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.
- Wanneer de router de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentieband tegelijk beschikbaar kan stellen:
- Schakel in de router het 2,4 GHz- en 5 GHz-Wi-Fi-netwerk in.
- Als de router alle hiermee verbonden Wi-Fi-apparaten automatisch naar de optimale frequentieband kan sturen (‘band steering’), schakel dan de overeenkomende optie in.
- Als de router een optie ‘Zero Wait DFS’, ‘Always on DFS’ of een dergelijke optie biedt om het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk zonder onderbrekingen te gebruiken, schakel deze optie dan in. Daardoor kan het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk van de router ook worden gebruikt tijdens controle van de Wi-Fi-omgeving op radarinstallaties (bijvoorbeeld weerdienst, luchtverkeerscontrole en militair gebruik).
- Schakel de MAC-adresfilter van de router uit. Zodra de Wi-Fi-verbinding is ingesteld, kun je de MAC-adresfilter weer inschakelen.
- Als de router de WPS-methode ondersteunt, schakel je die in. Daardoor kan de Wi-Fi-verbinding van de FRITZ!Repeater met een druk op de knop worden ingesteld (WPS - push button configuration).
- Schakel de weergave van de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) in en stel in de router een goed herkenbare naam in voor het Wi-Fi-netwerk. Zo voorkom je dat sommige je Wi-Fi-apparaten geen verbinding kunnen maken met de router of proberen verbinding te maken met de verkeerde Wi-Fi-router die nagenoeg dezelfde naam voor het Wi-Fi-netwerk heeft.
Opmerking:Als de nieuwe naam van het Wi-Fi-netwerk wordt opgeslagen, worden alle Wi-Fi-verbindingen verbroken. De Wi-Fi-verbindingen moeten vervolgens opnieuw worden ingesteld.
4 Wi-Fi-verbinding opnieuw instellen
- Stel de verbinding van de FRITZ!Repeater opnieuw in met behulp van de bijpassende handleiding: